Thymen Arensman kende een prima seizoen waarin hij in de Giro al dichtbij een ritzege was, maar in de Vuelta pas echt uitpakte en de Koninginnenrit naar de Sierra Nevada pakte en ook nog eens zesde werd in het algemeen klassement.
Neerlands klassementshoop in bange dagen rijdt komend seizoen in dienst van INEOS (hij komt over van DSM). Daarmee verkast hij naar de ploeg die met Egan Bernal en Geraint Thomas twee groterondewinnaars in dienst heeft. Maar de ploeg lijkt het komend seizoen moeilijk te gaan krijgen tegen het geweld van Pogacar, Vingegaard en Evenepoel.
Karlis Ozols, wieler- en data-analist voor de website Lantern Rouge nam alle klassementsrenners die komend seizoen voor de Britse ploeg rijden uitgebreid onder de loep en maakte een analyse.
‘Allergisch voor steile klimmen’
Daarbij passeert natuurlijk ook Thymen Arensman de revue. Ozols heeft na het bestuderen van alle data het zwakke punt van de jonge Nederlander (22) ontdekt.
“Hij is erg lang, meer dan 1 meter 90, en allergisch voor steile klimmen. Hij heeft nog niet goed gepresteerd in klimmen die gemiddeld boven de 8 procent waren. Hij is meer in z’n doen op klimmen van zo’n 6 procent, zoals het laatste deel van de Sierra Nevada, waar hij zelfs als vluchter wegreed van de groep der favorieten.”
Volgens Ozols is dat een behoorlijk probleem. “In het huidige tijdperk kunnen ook de beste klimmers prima tijdrijden. Arensman is een renner die steady kan klimmen en een excellente tijdrit heeft. Misschien kan hij verbeteren na z’n overstap van DSM naar INEOS. Z’n klimniveau is niet significant beter geworden na z’n tweede plaats in de Ronde van de Toekomst van 2018, achter Tadej Pogacar.”
Giro
Toch ziet Ozols wel kansen voor Arensman, want hij weet al welke grote ronde hij gaat rijden. “INEOS heeft ‘m ingepland voor de Giro en die heeft drie tijdritten. Bovendien zal er daar waarschijnlijk een zwakker deelnemersveld aan de start staan omdat klimmers die niet zo goed kunnen tijdrijden naar de Tour zullen trekken. Hij kan het podium halen in de Giro.”