Italiaanse bank doet onderzoek: 'Giro van dit jaar zorgde voor 2 miljard aan opbrengsten'

2 miljard, je leest het goed in de kop. Sterker nog, het zou nog ietsje meer zijn: 2,1 miljard. Dat bedrag rolde namelijk onlangs uit een onderzoek van de Italiaanse bank Banca Ifis als directe en indirecte opbrengsten van de Giro van 2023.

Goednieuwsshow voor Giro of addertje onder het gras?

Een bijzonder groot bedrag, dus dat behoeft wel enige uitleg. De bank claimt zelf het eerste wetenschappelijke onderzoek te hebben uitgevoerd naar de economische impact van de Giro d'Italia. En daaruit blijkt volgens Banca Ifis dus dat de directe opbrengst van de Giro afgelopen seizoen 620 miljoen euro was.

De overige 1,5 miljard komt uit 'afgeleide inkomsten', in casu de uitgaven van mensen die de Giro op tv zagen en naderhand naar steden en plaatsen trekken die de ronde aandeed.

Dat klinkt als een goednieuwsshow voor Giro-organisator RCS, want met die cijfers zullen de (buitenlandse) steden en regio's in de rij staan om een Grande Partenza of gewoon een etappefinish naar zich toe te halen.

Probleem is alleen wel dat het onderzoek nogal betwist wordt. In het onderzoek wordt totaal niet uitgelegd wat de analyse achter deze cijfers is en ook is het nogal apart dat er al een half jaar na de Giro zoveel bekend zou zijn over de na-effecten ervan - het onderzoek komt met de nogal specifieke schatting dat 618.000 mensen de Giro live of op tv zagen en naar een stad of regio uit de ronde gingen of zouden willen gaan.

Kritiek op onderzoek van sporteconomen

De Belgische sporteconoom Daam Van Reeth laakt het onderzoek dan ook in een tweet. Hij noemt het een totaal onrealistisch bedrag en zegt dat zulke 'wetenschappelijke onderzoeken' de sport meer kwaad dan goed doen.

A totally unrealistic number. These kind of studies rather harm than help pro cycling, especially when they get exposure through major cycling websites. In my book, @Paul_Hover has very well explained how the economic impact should be measured.https://t.co/XjBE20KObD

— Daam Van Reeth (@vrdaam) November 1, 2023

Ook zijn Britse collega JC Bradbury heeft geen goed woord over voor het onderzoek. Hij zegt dat dit soort neponderzoeken altijd worden opgepikt door (wieler)sites.

Even ter verantwoording: dat doen wij hier dus niet in de zin van 'Kijk, wat een toponderzoek!' We plaatsen dit vooral om te laten zien hoe zo'n Italiaanse bank een flutonderzoekje publiceert en dat ook nog eens als wetenschappelijk presenteert. We hopen dat dat ook duidelijk wordt uit onze woordkeuze.