Het is uniek om te zien dat Roy van den Berg, Harrie Lavreysen en Jeffrey Hoogland op de teamsprint al jarenlang aan de top staan, maar van verzadiging is nog lang geen sprake, verzekert Van den Berg in gesprek met De Volkskrant. Ook na de olympische titel in Parijs afgelopen zomer is de honger niet gestild.
Van den Berg: 'Het geeft ook druk'
En dat na vijf wereldtitels op dat onderdeel, zes Europese titel en twee olympische titels. De drie Nederlanders zijn haast onklopbaar de laatste jaren. Sinds 2018 wist alleen Australië één keer de code te kraken op een groot toernooi. Op het WK van 2022 in Frankrijk waren ze beter.
Van den Berg beseft dat het uniek is wat hij en zijn collega's doen. Al geeft het ook druk, beaamt hij. "Dat is echt niet normaal. Aan de top komen is moeilijk, daar zo lang blijven is nog moeilijker. En daar dan zo lang blijven als wij nu, is megamoeilijk. Maar het geeft ook motivatie."
Johan Cruijff
Na de Olympische Spelen duurde het desondanks even voordat de motivatie terugkwam, maar eenmaal weer samen zaten ze al snel weer in het ideale ritme tijdens trainingen. "Als we dan weer met z'n drieën trainen en weten dat we volgende week moeten vlammen, heb je zoiets van: come on, let's go."
Vanavond vanaf half zeven is de eerste dag van het WK in Denemarken te volgen. Met de drie teamsprinters als hoofdgerecht. Van den Berg: "Het is een speciaal, uniek gevoel dat we hebben als we met z'n drieën fietsen. We zijn natuurlijk op elke positie ook echt knettergoed, de drie Johan Cruijffjes, zo noem ik het maar."
- Cor Vos