Ik vind Parijs-Roubaix een fantastische koers. Daar hoort wel een belangrijke 'als' bij. En die als luidt: als ik zelf lekker in mijn joggingbroek op de bank lig en op mijn vorstelijke smart-tv de keien kletsnat regenen en de renners langzaam onherkenbare moddermannetjes worden - of bij een droge editie: stofmannetjes worden.
Suzan en Freek
Die als behelst dus, voor de minder oplettende lezer, dat ik zelf geen enkele intentie heb om eens zo'n modder- danwel stofmannetje te worden, door bijvoorbeeld te toerversie van de Hel van het Noorden te rijden. Alle overige monumenten, plus Strade Bianche, staan nog op mijn wielerbucketlist - LBL en de Ronde van Vlaanderen reed ik al - maar bij Parijs-Roubaix trek ik een grens.
Ik durf niet. Die drie woordjes doen een beetje pijn om op te schrijven, maar ik moet eerlijk zijn, het is de harde waarheid: ik ben bang voor een paar stenen.
Regen vind ik ook verschrikkelijk. Als Buienradar maar een paar vlekjes laat zien, slinger ik lekker de Zwift-app aan om een potje te zweten voor het scherm van m'n laptop.
Nu ben ik, nadat ik vorig jaar vier uur lang in de stromende regen 120 kilometer op en rond de mythische Aubisque in de Pyreneeën fietste - en me dat relatief meeviel - wel een beetje van m'n grootste regenangst af. Maar de combinatie combinatie regen en stenen klinkt me nog steeds in de oren als Suzan en Freek (voor de duidelijkheid: ik ben geen fan van Suzan en Freek).
Gerrit Hiemstra met magische krachten
De kans dat je met die combinatie te maken krijgt in Parijs-Roubaix is mij net iets te groot. In nachtmerries zie ik mezelf wel eens helemaal doorweekt met verkrampte handen angstvallig aan het stuur over het Carrefour de l'Arbre glijstuiteren. Badend in meer zweet dan na een potje Zwiften ontwaak ik dan. Brrrrrrrr.
En zelfs als een Gerrit Hiemstra met magische krachten me bij het inschrijven voor de toertocht honderd procent kon garanderen dat die verreden zal worden met een zonnetje en een graad of 23, dan nog zou ik vermoedelijk vriendelijk bedanken.
One night stand
De toertocht van de Ronde van Vlaanderen was mijn eerste kennismaking met kasseien en laat ik het zo zeggen: sindsdien komen de kasseien en ik niet bij elkaar op verjaardagsvisite. Het was een leuke one night stand, maar we laten het hier even bij.
Komt nog bij dat de kasseien in Parijs-Roubaix bovendien een stuk slechter schijnen te liggen dan die in de Ronde van Vlaanderen. Op m'n handen verschijnen bij alleen het typen van dit stukje al kleine blaartjes. M'n armen, benen en rest van het lijf voelen nú al de pijn van het de hele dag over lomp neergekwakte stenen stuiteren.
En die pijn vind ik geloof ik precies genoeg. Mijn leven zal zich voltrekken zonder dat ik ooit Parijs-Roubaix heb gereden en ik heb er vrede mee.
Beeld: Cor Vos
- Cor Vos