André van den Ende

Column | Medelijden met Kuurne-Brussel-Kuurne, het ondergeschoven openingsweekendkindje

Onze redacteur vindt al die aandacht voor de Omloop zielig voor Kuurne-Brussel-Kuurne. Lees waarom die koers volgens hem wordt onderschat.

André van den Ende

In de aanloop naar de Omloop - en die begint vaak al honderd dagen voor de koers - word je doodgegooid met hoeveel nachtjes het nog slapen is tot-ie er is. De Omloop is voor wielerfans wat Jezus Christus van Nazareth voor christenen is: de verlosser.

Nooit eens lees je ergens halverwege december hoeveel nachtjes het nog slapen is tot Kuurne-Brussel-Kuurne. Nu is het antwoord daarop niet zo heel ingewikkeld als je weet hoeveel nachtjes slapen het nog tot de Omloop is; eentje erbij en je bent er.

Ezel in kerststal

Maar toch, het is een illustratief voorbeeld van de status van Kuurne-Brussel-Kuurne bij wielerfans. Een beetje de ezel die je er op de koop toe bij krijgt in je kerststalletje, nu ik toch in de Jezus-analogiën zit. Iedereen verzamelt zich rond de kribbe met daarin het godswonder de Omloop en ergens in een hoekje staat-ie voorzichtig wat te balken: ia-ia-ia ik ben er ook nog ia-ia-ia.

Dat ik over ezels begin, is geen toeval. Naast een grote fles bier en wat prijzengeld krijgt de winnaar van Kuurne-Brussel-Kuurne nog iets veel mooiers: een geinig pluchen ezeltje. Niet omdat de organisator door de speelgoedwinkel struinde en de pluchen ezeltjes toevallig in de aanbieding waren, maar omdat de de inwoners van Kuurne 'Ezels' worden genoemd - voor het hoe en waarom verwijs ik je door naar dit stukje.

Mooie mix

Een ezelskoers dus, dat is nog eens wat anders dan het saaie verhaal van een krant die een koers organiseert om meer kranten te verkopen. Saai is misschien wel een woord dat veel wielerliefhebbers op het koersverloop van Kuurne-Brussel-Kuurne plakken. Maar ook dat durf ik hier wel tegen te werpen.

Dat mensen het saai vinden, komt omdat de koers vaak eindigt in een massasprint. Maar zeker de laatste jaren staat er toch een mooie mix van sprinters en aanvallers op het hoogste schavot van het podium met het ezeltje naast de voeten. De winnaars van de laatste vijf edities: Tiesj Benoot, Mads Pedersen, Kasper Asgreen, Bob Jungels en Dylan Groenewegen.

Een lijstje waar je mee thuis kunt komen, of van Kuurne via Brussel weer terug in Kuurne in dit geval. De spanning zit 'm niet zozeer in de zware opeenvolging van hellingen, maar in de vraag: wordt het een sprint of niet. Een spanningselement dat nogal eens wordt onderschat in het wielrennen.

Bovendien is een sprint zelf natuurlijk ook hartstikke spannend en moeten er wat mij betreft ook klassiekers zijn waar een sterke sprinter - vergeet niet: het parkoers telt dertien hellingen - kan winnen.

Beeld: Cor Vos