Op heel toffe amateurbeelden van iemand die precies op de plek op het parkoers van de Poggio stond waar Mathieu van der Poel zijn raketlancering inzette kun je mooi zien hoe hard hij wegreed op de scherprechter van Milaan-Sanremo.

De cijfers ondersteunen die beelden, want Van der Poel reed het stokoude record van het klimmetje vlakbij Sanremo uit de boeken, met een – voor zo’n korte inspanning – best groot verschil. Het oude record stond op naam van Laurent Jalabert en Maurizio Fondriest.

In 1995 gingen zij er met z’n tweeën vandoor op de Poggio en won Jalabert uiteindelijk de sprint op de Via Roma. De Fransman en de Italiaan hadden 5 minuten en 46 seconden nodig voor het klimmetje van 3,6 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 3,8 procent.

Mathieu van der Poel deed er gisteren zes seconden minder lang over en realiseerde dus een tijd van 5 minuten en 40 seconden. Tadej Pogacar, Wout van Aert en Filippo Ganna doken ook onder het oude record met een tijd van 5 minuten en 43 seconden.

Klimrecords uit de jaren ’90 en beging ’00 worden in het hedendaagse wielrennen vanwege redenen die we niet op hoeven te schrijven maar zelden uit de boeken. Dat het gisteren wel lukte, had – naast de goede benen van MVDP – vooral te maken met een sterke rugwind (26 km/u). Hij reed bijna 40 kilometer per uur op het segment.

De afgelopen jaren kwamen renners wel vaker in de buurt van het oude record als de wind een beetje goed stond. In 2017 deden Sagan, Alaphilippe en Kwiatkowski 5 minuten en 55 seconden over het klimmetje. In 2019 reed een grotere groep van Alaphilippe, Kwiatkowski, Naesen, Valverde, Sagan, Trentin en Van Aert de Poggio in 5 minuten en 50 seconden.