Visma | Lease a Bike maakte vorige week de Tourselectie bekend. Hoewel de ploeg flink wat tegenslagen kende de afgelopen periode staat er weer een team waar je u tegen zegt, mét kopman Jonas Vingegaard. Het is alleen wel de vraag of de Deen ook echt in topvorm zal zijn en mee kan doen voor de zege.
Kuss de kopman?
Maar de geelzwarte - in de Tour blauwe - formatie heeft ook nog Sepp Kuss in de strijd. De afgelopen jaren was de Amerikaan in de Tour altijd de meesterknecht van de klassementsman van de ploeg, Vingegaard of Roglic. Na de afgelopen Vuelta, waarin Kuss het rood pakte, is zijn zelfvertrouwen gegroeid.
"Waarom zou ík de Tour niet kunnen winnen?", opent de klimmer in een interview met het magazine Helden. "Ik denk dat ik de strijd om het geel wel aan kan. Ik heb de afgelopen jaren goed om me heen gekeken, weet hoe je je in die rol moet gedragen. Tijdens de koers, maar ook in de bus. Het gaat erom dat je zelfvertrouwen uitstraalt", vervolgt hij.
Voor een clash met Vingegaard, zoals die er in de Vuelta toch een beetje was met een ontevreden Primoz Roglic, is de man uit Colorado niet bang. "Jonas en ik kunnen goed samenwerken, we zullen er geen onderlinge strijd van maken. We helpen elkaar waar we kunnen, zeker in de finale van de zware bergetappes en dan zal de beste van dat moment winnen."
Soms egoïstischer zijn
Kuss lijkt echt nagedacht te hebben over wat voor nieuwe verantwoordelijkheden en capaciteiten er gepaard gaan met het zijn van een (schaduw)kopman. Hij kruipt uit zijn schulp, al wil hij wel dicht bij zichzelf blijven.
"Je kunt ook op een rustige manier collega’s coachen. Jonas en ik lijken wat dat betreft op elkaar, zijn niet van de grote motivatiespeeches. Ik laat liever mijn benen spreken. Ik vind het belangrijk dat iedereen zich goed voelt en vol overtuiging aan hetzelfde doel werkt."
"Met die dingen moet een kopman bezig zijn; one of the guys zijn. Ik heb moeten leren dat ik egoïstischer moet zijn als ik voor de eindzege wil gaan. Daar worstelde ik in de Vuelta nog mee. Daar had ik soms de mindset van een knecht en te weinig die van een winnaar", besluit hij.
- Cor Vos