Reportage: Service Course van Roompot-Nederlandse Loterij

Zo'n 200 dagen per jaar zijn renners, ploegleiders en overige staf van huis. Een huishouden aan materiaal trekt mee naar koersen in alle windstreken. Daarom heeft een ploeg een 'Service Course', een materiaalpost dicht bij huis. Maar wat gebeurt er eigenlijk allemaal bij zo’n Service Course? Wieler Revue zocht het uit.

De Service Course is voor een ploeg een beetje als de stille jongen in het klaslokaal. Op de achtergrond hard werkend en ploegend, niemand zal hem ooit in de spotlights zien staan. Dus was het tijd om de mannen uit de achtergrond eens op de voorgrond te halen.

Ik sprak af met de Service Course van Roompot-Nederlandse Loterij. Medio december begonnen zij aan de zware taak alle etsen voor de ploeg van 2017 helemaal in orde te krijgen. Het ging in eerste instantie om de zogeheten ‘thuisfietsen’: de bolides die de renners gebruiken om vanuit de thuisbasis te gaan trainen. De lading die daarna zou volgen, zou alle fietsen betreffen die vanaf 6 januari gebruikt gingen worden op een trainingskamp in Spanje.

[gallery columns="5" ids="109608,109609,109610,109611,109612"]

Het pand waarin Roompot-Nederlandse Loterij, zoals de ploeg per ingang van 1 januari 2017 officieel heet, haar intrek heeft genomen is het pand van Michael Zijlaard. Hij is de teammanager van Roompot-Nederlandse Loterij. Zijn pand heeft al een hele geschiedenis in de Nederlandse wielrennerij. "Leontien is in 2004 gestopt met wielrennen, maar het pand was hiervoor al de Service Course van de damesploegen zoals AA Drink-leontien.nl. Het was al vrij snel duidelijk dat het pand ook voor Roompot als Service Course ging dienen", aldus de leiding van Roompot.

"In feite is de inrichting van de trucks die door het jaar heen onderweg zijn naar de koersen belangrijker dan de inrichting hier. We hebben een kleine Service Course, maar kunnen het daarmee prima redden. Het meeste werk aan de fietsen gebeurt gedurende het seizoen onderweg en niet hier. Maar dan is het nog wel fijn en goed dat als de renners na een lange reis terugkomen en ze de volgende dag weer op pad willen, dat hun fiets klaar staat. En dat ze, als ze een kapot frame of iets dergelijks hebben, weten waar ze kunnen zijn."