Column Elijzen: Winnaars hebben geen pijn

Column Elijzen: Winnaars hebben geen pijn

Michiel Elijzen is vaste columnist van Wieler Revue. Deze column verscheen in Wieler Revue 2, 2015.

Jack Bobridge en Rohan Dennis. Beiden vielen het werelduurrecord aan in de afgelopen weken. De een met meer succes dan de andere maar dat is sport: 'You win some, you lose some'

. Het zou namelijk nogal makkelijk zijn als iedereen die een record aanvalt, met vlag en wimpel slaagt in zijn poging. Het grootste verschil tussen het wel of niet halen, behalve de (tijdelijke) eeuwige roem of de mislukking, vond ik de manier waarop beide renners van hun fiets afstapten. Het cliché dat de winnaar geen pijn lijdt, klopt. Daar waren deze pogingen een schoolvoorbeeld van.

Jack Bobridge ging voortvarend van start maar stortte in het laatste deel in. Hij kwam vijfhonderd meter te kort en dat besefte hij maar al te goed toen het uur voorbij was. Grimassend, wankelend, puffend en kokhalzend stapte hij van zijn aerodynamische machine. Of ja, stapte... Hij werd er bijna  vanaf getild. Zijn aeropak werd opengeritst, mensen moesten even afstand houden want hij had lucht nodig en je voelde zijn spieren gewoon verkrampen toen hij de viereneenhalve stap naar de dichtstbijzijnde klapstoel zette, om er uitgepierd op neer te ploffen. Lijden. Pijn. 'Agony', zoals de Australische commentator zei. Jack zelf kon geen woord uitbrengen. Jack zat er doorheen en wilde het liefste met klapstoel en al de grond inzakken, de rust in van de catacomben van het wielerstadion van Melbourne. De pijn hield hem in een houdgreep en Jack kon zich niet loswringen. Dat lukt namelijk niet als je verliest. Dan ben je overgeleverd aan tijd. Want tijd heelt alle pijn. Alleen die gaat zo verdomde langzaam als je niet wint.

Rohan Dennis daarentegen was nauwelijks gefinisht na zijn succesvolle onderneming of hij had zijn fiets al boven zijn hoofd getild als overwinningsgebaar, liep nog net geen ereronde op zijn wielerschoenen, wist niet welke journalist hij als eerste te woord moest staan en het uur pijn lijden was nergens in zijn gezicht te lezen. Alsof ie een trainingsritje had gemaakt samen met zijn vriend Agony. Agony was na het uur gelijk afgedraaid want hij had ergens anders nog een afspraak en liet Rohan even rustig uitademen. Want dat deed hij. Ik heb geen enkele hijg kunnen waarnemen. Nergens een grimas die verraadde dat hij wanhopig een kramp probeerde tegen te gaan die de wereld over zou gaan. De klapstoel van Jack was verruild voor een troon voor Dennis. Winnaars voelen geen pijn. Verliezers voelen ze voor twee.

Ik had het Thomas Dekker ook gegund om zijn tanden bloot te lachen, handkusjes te werpen, met een knuffelbeer een ereronde te rijden, met een baby op de foto te gaan, de Moonwalk te doen op het middenterrein en daarna zesenvijftig interviews te geven in elke denkbare taal. Over het nieuwe uurrecord. Helaas.