Lang leve de Strade Bianche! Renners zijn lyrisch: 'Verliefd geworden op deze koers'

De beelden van het glooiende Toscaanse landschap met plukjes renners op de witte wegen die over de heuvels meanderen als een lieflijk riviertje. Het stof van de stroken, of de modder als het slecht weer is - tot dusver alleen in 2018. Die aankomst middenin Siena. De beelden die we als tv-kijker ieder jaar van de Strade Bianche voorgeschoteld krijgen zijn prachtig.

Maar ook de renners genieten er met volle teugen van tussen het afzien door. Ze komen er graag. Steeds meer renners 'ontdekken' de koers. De winnaar van de snikhete augustus-editie van vorig seizoen is duidelijk tegenover de NOS. "Het is één van de mooiste koersen van het jaar. Het is ook één van de zwaarst koersen, maar ik bewaar er de afgelopen jaren mooie herinneringen aan", doelt de Belg op zijn zege van vorig seizoen en zijn ereplaatsen in eerdere edities - hij werd ook twee keer derde in Toscane.

Bauke Mollema kan nog niet bogen op goede prestaties in de Strade; hij reed er slechts eenmaal, in 2019, en werd toen slechts 76e. "Ik reed hier in het begin van m'n carrière nooit en daar heb ik nu spijt van. Twee jaar geleden reed ik 'm en toen ben ik echt verliefd geworden op deze koers, ook al had ik wat pech die editie. Ik heb sindsdien uitgekeken om hier weer terug te keren", aldus de in vorm verkerende Groninger.

Ook Julian Alaphilippe, die in 2019 won en ooik deze editie weer tot de (vele) kanshebbers behoort komt superlatieven tekort om de koers te beschrijven. "Het zou eigenlijk een monument moeten zijn, dat verdient deze koers wel. Ik houd van deze wedstrijd."

Niet alleen het decor maakt de Strade Bianche zo bijzonder. Ook het feit dat veel verschillende type renners er kunnen winnen onderscheidt de koers van andere klassiekers. "Het is een koers voor klimmers, maar Wout van Aert heeft al bewezen dat ook een ander type renner kan winnen. Ik verwacht een open strijd", zegt Mathieu van der Poel, uiteraard ook één van de grote kanshebbers.