Column | Het wielerjargon is zo mooi! Karsten Kroon liet me onlangs kennismaken met 'de valse dikke'
Onze redacteur hoorde Karsten Kroon laatst de term 'valse dikke' erin gooien en was meteen verkocht.
In de chasse patat zitten, ribbedebie zijn, iemands karretje in de poep rijden, er een snok aan geven, er vanonder muizen, een valpartij zonder erg, zitten linkeballen, met het hol openzitten..
Ik dacht dat ik alle wielertermen, waarvan een groot deel door onze zuiderburen óf door Gerrie Knetemann is bedacht, na meer dan een half leven wielrennen volgen wel kende.
Toch niet, zo ontdekte ik laatst toen ik naar de Tirreno Adriatico keek. Nee wacht, het was in het stadium van de wedstrijd waarin ik vooral nog luisterde. Het peloton kabbelde rustig door een Italiaans landschap, een groepje deed tegen beter weten z'n best vooruit te blijven.
Aan het woord: commentator Karsten Kroon. Hoe hij en z'n kompaan erbij kwamen, weet ik niet meer maar opeens hadden ze het over een 'valse dikke'. Een mooie term, vond ik meteen. Maar ik hoorde 'm voor het eerst. Het sloeg - onder andere - op een oud-ploeggenoot van Kroon bij Tinkoff-Saxo. Michael Valgren. Michael Valgren was een 'valse dikke', zo betoogde Kroon.
Hij bedoelde daarmee dat Valgren, die rustig in het Tirreno-peloton pedaleerde en geen idee had dat hij op de Nederlandse tv werd besproken als 'valse dikke', niet echt de uitstraling had van een profwielrenner qua uiterlijk, maar wel heel hard kan fietsen.
De kuiten niet voorzien van aderen, maar meer blobvisachtig (jeweetwel, die vis die op oud-CDA-leider Sybrand Buma lijkt). Een beetje bolle wangetjes. Babyvet. Maar ondertussen de stenen uit de straat rijden en de Amstel Gold Race en Omloop Het Nieuwsblad winnen. Een 'valse dikke'. Ja, ik snapte het wel.
Sterker nog, de 'valse dikke' komt met stip binnen in mijn top 10 van mooiste wielertermen. Ik ga vrienden 'valse dikke' noemen en vlak voordat ze me op de neus willen slaan, zeggen dat het een compliment is; dat het betekent dat ze heel hard kunnen fietsen.
Ik ga willekeurige mensen die ik inhaal 'valse dikke' noemen en als ze woedend de achtervolging inzetten, zeggen dat het ook voor hen een compliment is; dat het betekend dat ze heel hard kunnen fietsen - hetgeen ze door middel van die achtervolging ironisch genoeg bewijzen. De 'valse dikke', ik ben fan!
- Cor Vos