Van Aert verdedigt de komende vier dagen een voorsprong van 53 seconden op Mattia Cattaneo, terwijl ploeggenoten Primoz Roglic en Jonas Vingegaard op respectievelijk 56 seconden en 1 minuut en 26 seconden staan. De eerste niet-Jumbo-Visma klassementsrenner is Damiano Caruso op 1 minuut en 39 seconden.
Van Aert heeft dus een flinke marge opgebouwd en kan die bovendien nog uitbreiden komende twee dagen, die wederom op zijn lijf zijn geschreven. Het zou dus zomaar kunnen dat hij met een voorgift van zo'n twee minuten op Caruso aan het slotweekend begint. Dat roept de vraag op: moet Team Jumbo-Visma niet de kaart Van Aert spelen in plaats van de kaart Roglic en/of Vingegaard?
De klassementsleider zelf was vooraf vrij duidelijk: het is geen doel op zich en op stage heeft hij meer aandacht aan zijn sprint- dan aan zijn klimwerk besteed. In de derde etappe met een klimmetje van zo'n zes kilometer had Van Aert het tegen het einde ook vrij lastig.
Wout van Aert wederom nipt tweede: ‘Mijn start was erg goed en ik dacht dat ik ook sterk was in het tweede stuk, maar Ganna was nog sneller’
Toch denkt Sporza-analyticus José De Cauwer dat Van Aert de Dauphiné kan winnen. “Jumbo-Visma staat daar nu met z'n drieën in de top 4. Ik zou zeggen: stuur Wout van Aert mee in de vlucht en hij wint de Dauphiné. Waarom niet? Maakt het voor Jumbo-Visma uit met wie ze winnen? Als ze maar winnen.”
Hoewel er genoeg sterke renners aan de start staan, valt het qua écht sterke klimblokken relatief mee. Team Jumbo-Visma heeft verreweg het sterkste blok en wie zou met Roglic en Vingegaard in hun wiel het initiatief in handen durven nemen als Van Aert ten aanval trekt? Bovendien zit het de doelen voor de Tour de France ook niet in de weg.
De Cauwer: “Roglic heeft eindwinst in deze Dauphiné niet nodig om de Tour te kunnen winnen, helemaal niet. Hij mag al blij zijn dat hij Parijs-Nice heeft gewonnen. Toch dankzij Van Aert. Uiteraard tasten ze hier af waar ze staan richting de Tour, dat blijft het grote doel. Maar de eindzege is een mogelijkheid ondanks de lastige dagen die nog volgen.”
Dan heeft De Cauwer wel één advies voor de Nederlandse ploeg. “Ik denk dat het moet kunnen, maar doe het dan wel eens op een andere manier: niet controleren, wel meegaan.”
Beeld: Cor Vos